Het verfijnde Delft nodigt uit tot kleurrijke dromen, van het Delftse blauw over het (Willem van) Oranje tot het loodtingeel van Vermeer. Delft (wat gracht of sloot betekent) is met zijn oude grachten en lommerrijke kaden een van de meest karakteristieke oude Nederlandse stadjes op mensenmaat. Het was ook de stad van Hugo De Groot, vader van het internationale recht en van Antonie van Leeuwenhoek, de perfectionist van de microscoop. Je kan de stad gemakkelijk te voet verkennen, van auto’s heb je trouwens bijna geen last, alleen oppassen voor de veelvuldige fietsers die bijna overal voorrang hebben. Vanaf het station ben je in enkele minuten in het centrum.

De Oude en de Nieuwe Kerk liggen ongeveer op vijf minuten lopen van elkaar en zijn een perfecte start. Opgelet: in de Nieuwe Kerk is een grondige renovatie bezig. De Nieuwe Kerk is een gotische kerk uit 1381 en heeft een bakstenen klokkentoren met een stenen spits, die bovenaan helemaal zwart geworden is. We kennen de kerk vooral als de grafkelder van het Nederlandse Koninklijke Huis. Toeval en geschiedenis hebben elkaar hier geholpen om van Delft de Prinsenstad te maken. Toen Willem van Oranje werd vermoord in Delft in 1584 kon hij niet worden begraven in het familiegraf in Breda, een stad toen bezet door de Spanjaarden. Zo kwam het praalgraf terecht in Delft. Sindsdien werden bijna alle leden van het Nederlandse Koningshuis bijgezet in de grote grafkelder. De laatste was prins Bernhard in 2004.

De Oude Kerk wordt wel eens de Delftse Toren van Pisa genoemd. Door een te zachte ondergrond bij het dempen van een gracht in 1325 staat de toren bijna twee meter uit zijn lood, maar het gebouw is nog steeds stabiel en wordt nauwkeurig gemonitord. Ongeveer 400 bekende en minder bekende Nederlanders liggen er begraven, sommigen met een praalgraf, sommigen met een enkele steen. Zo vinden we er Antoni van Leeuwenhoek en de zeehelden Piet Hein en Admiraal Tromp. Ook schilder Vermeer, die stierf in armoede, werd er bijgezet in het familiegraf van zijn schoonmoeder. De kerk vertelt het verhaal van gouden tijden, welvaart, terugval en restauratie. Zo ook de gebrandschilderde ramen waarvan vele een renovatie kregen om de oude luister te herstellen.

 

Op een boogscheut van de Oude Kerk dompelen we ons weer onder in de geschiedenis van Willem van Oranje. Het Prinsenhof was een oud klooster waar Willem en zijn gezin hun intrek namen in 1572. Het museum laat je de Nederlandse geschiedenis beleven waar ook ruimte is gemaakt voor o.a. Delfts Blauw en de uitvindingen van A. van Leeuwenhoek. We kwamen er ook te weten dat Willem 4 keer huwde. Zijn huwelijk met Anna van Saksen werd wegens overspel ontbonden. Zij was nog niet aan het einde van haar Latijn en kreeg nog een dochter door een relatie met haar secretaris, ene Jan Rubens, de latere vader van ene P. P. Rubens! Zo hebben we ook een zekere connectie met Delft. De rauwe, rumoerige periode door de problemen met de Spaanse bezetter komen uitgebreid aan bod en twee kogelgaten onder aan de trap zijn de nog stille getuigen van de moord op Willem door een Franse, katholieke huurmoordenaar in 1584 in opdracht van de Spaanse koning.

Johannes Vermeer was een van de beroemdste schilders uit de Nederlandse Gouden Eeuw en verbleef heel zijn leven in Delft. Vermeer was lang ondergewaardeerd, daarom ook zijn penibele financiële toestand. Hij zou ongeveer 40 werken gemaakt hebben. Het ‘Meisje met de Parel’ vind je enkele kilometers verder in het Mauritshuis in Den Haag. Voor (mijn favoriet) ‘Het Melkmeisje’ kan je in Amsterdam terecht. Hij was een meester in het gebruiken van licht en ook zijn subtiele kleurengebruik met pigmenten is uniek. Hij schilderde bijna uitsluitend interieurs. Meestal zijn de lichtcomposities van Vermeer het effect komende van een lichtbron uit een links afgebeeld venster. Dit kan je trouwens interactief testen. Het Vermeer Centrum aan de Voldergracht viert zijn 10-jarige bestaan. Je kan er de geschiedenis van het leven en werk van Vermeer bewonderen. Beelden van zijn volledige werk worden grondig ontleed en je kan je ook verdiepen in de materalen en technieken die hij gebruikte. Het Centrum is gevestigd op de historische locatie van de voormalige St.-Lucasgilde, waar Vermeer jarenlang hoofdman van de schilders was. De cafetaria serveert lekkere koffie met stroopwafels. Wil je je nog meer verdiepen in Vermeer dan is er een Vermeerwandeling die je op alle plaatsen brengt die te maken hebben met het leven en werk van de schilder.

 

Al deze bezoeken kan je doen met een combinatieticket, verkrijgbaar bij het VVV.

Voor winkelen en eten zit je ook goed in Delft. Er zijn heel wat kleine boetiekjes en leuke speciaalzaken. In ieder straatje is er wel een drank– en eetgelegenheid. Onze Leonidas heeft er een uniek concept. Lunchroom Leonidas verkoopt niet alleen de bekende pralines, maar heeft als enige in Europa nog een aanpalende tearoom met ontbijt, lunch of high tea. Je vindt de info via www.lunchroomleonidasdelft.nl.

‘Bakker Suikerbuik’, een naam waar je niet naast kan, is een ambachtelijke bakkerij gelegen aan de Hyppolytusbuurt 24.

Onder het goedkeurende oog van Hugo de Groot, die op zijn standbeeld de Markt overziet, vind je op dit plein een ruime keuze aan gezellige tavernes met terrassen.

Om in de stijl te blijven logeerden we in Hotel Johannes Vermeer aan de Molslaan, pal in het centrum van de stad. Een gezellige aanrader, ook niet megagroot, net als zijn stad. Elke kamer is trouwens genoemd naar een werk van Vermeer.

www.hotelvermeer.com

Blijf je enkele dagen, dan kan je gerust nog tram 1 nemen, die je zowel afzet in Den Haag als op het uiterste punt van Scheveningen. Een citytrip naar Delft, … een absolute aanrader!

Alle info: www.delft.nl

Tekst en foto’s: A. Charrin