Geheel in de lijn van het fin de siècle gevoel van die tijd, realiseert Félicien Rops de tekening La Sphinge (De Sfinx) voor de novellebundel Les Diaboliques (De Duivelse Vrouwen) van schrijver Jules Barbey d’Aurevilly. Op het voorplan van dit referentiewerk toont Rops de relatie van de verdorven vrouw met Satan in een decadent kader.
In 1882 geeft uitgever Lemerre (Parijs) aan Rops de opdracht om de heruitgave van de 9 novellen van Les Diaboliques van Jules Barbey d’Aurevilly te illustreren. Toen dit werk in 1874 voor het eerst verscheen, werd het als zo verderfelijk en choquerend ervaren dat het diende vernietigd te worden. Rops leest aandachtig elk verhaal en inspireert er zich op, want hij wil dat elke afbeelding de geest van de tekst weergeeft. La Sphinge is de eerste illustratie van Les Diaboliques, en dat is wellicht de reden waarom Rops er een kleurtekening van maakt. Deze typische fin de siècle tekening toont een vrouw in een innige omhelzing met een stenen sfinx. Ze wordt bespied door Satan, gekleed als 19e-eeuwse dandy.
De sfinx, alomtegenwoordig in deze decadente verbeelding, stelt de incarnatie voor van de fatale en wrede vrouw. De voorstelling van de vrouw die op het punt staat het kwade te ondergaan onder het toeziend oog van de Duivel, is karakteristiek voor de tijdsgeest alsook voor het werk van Jules Barbey d’Aurevilly. Rops weet hier als geen ander sensualiteit en het macabere te combineren. De tekening kan tevens geïnterpreteerd worden als kritiek op de voorgeschreven moraal van het einde van de 19e eeuw.
Deze tekening in gouache, aquarel en kleurpotlood is een uitzonderlijk werk, niet alleen omdat ze zo zeldzaam is, maar tevens door de technische kwaliteit van de uitvoering en de symbolische geladenheid van het werk. Dankzij de tussenkomst van het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting kon dit bijzondere werk aangekocht worden.
Het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting streeft met de aankoop van dergelijke topstukken naar het behoud en de bescherming van het Belgische erfgoed. De kunstwerken worden tentoongesteld in musea of publiek toegankelijke instellingen, onmisbare partners voor de ontsluiting van ons erfgoed.
La Sphinge van Rops werd toevertrouwd aan het Musée Rops te Namen.