Val De Somme , ligt op  drie uur rijden  vanuit Antwerpen. Dit gebied in Noord Frankrijk vol van geschiedenis wordt gevoed door de Somme en Ancre rivieren.  Een landschap van meertjes , moeraslanden , sluizen , en zelfs “ belvedères “. De administratieve hoofdplaats van Val De Somme is Corbie . Gelegen op nauwelijks 15 km van het drukke Amiens tussen de Somme en de Ancre is het stadje gegroeid rond zijn benedictijner abdij. Met ongeveer een 7.000 inwoners heeft het zijn landelijk karakter totaal behouden. De naam komt van Corbe , een oude benaming van de Ancre rivier. Hier en daar  zijn er echter aanwijzingen naar het woord corbeau ( raaf) Zo vindt men in het wapenschild van de stad de raaf terug

Om de stad te verkennen kan je gebruik maken van een brochure die je op het Office de Tourisme kunt verkrijgen.  Deze brochure brengt je naar 11 borden verspreid over Corbie met uitleg over de geschiedenis , architectuur en patrimonium.  Als je er in juli of augustus  bent kan je deze wandeling surles traces de la prestigieuse Corbiemet een stadsgids doen. Vincent Sicard  , de stadshistoricus vertelt je in twee uur de geschiedenis van Corbie en je verveelt je geen minuut.

 

De wandeling start op de Place de la Republique.  Eerst gaan we naar  “ La Porte Monumentale” die dateert uit 1750. Het was de hoofdingang van de abdij. Dit monument met bovenop allegorische beelden in neoklassieke stijl werd  in 1999 gerenoveerd. In de eerste wereldoorlog toen merkwaardig genoeg de bovenste beelden doelwitten waren bij de geallieerden tijdens schietoefeningen  werd veel verwoest Corbie was tijdens de periode 14-18 een rustplaats voor de geallieerde troepen , een beetje zoals Poperinge in de Westhoek. De St. Etienne kerk die we tegenkomen wordt niet meer gebruikt voor erediensten  maar is nu een school voor circusartiesten geworden.  De kerk is vooral gekend als  de kluizenaarsplaats ( 1402-1406 ) van Saint Colette. Zij is de patroonheilige van Corbie. Op de plaats waar ze geboren werd staat  nog een kleine kapel die dagelijks geopend is. Doorheen Corbie loopt ook nog een kleine waterloop “ La Boulangerie”  genaamd. Het riviertje is in feite een aftakking en was een creatie van de monniken  waardoor ze op een efficiëntere manier het graan naar de molens in Corbie konden vervoeren.  Uit die periode is er  nog een bruggetje te bewonderen.  Toen in 1636 de stad door de Spanjaarden werd ingenomen speelde La Boulangerie ook een rol. Het Franse leger omsingelende de stad gedurende drie maanden en zorgde dat de Spanjaarden zonder water kwamen te zitten door onder meer een” detour” van de rivier te maken . Van het oude hospitaal blijft er spijtig genoeg maar een muur over. Op het paneel is te lezen dat de Duitsers het in de eerste wereldoorlog grondig vernielden met bombardementen. Het was een hulphospitaal voor lichtgewonden die dus vlug terug naar het front konden.  Vandaar dat de Duitsers het grondig vernietigden.

 

Het stadhuis van Corbie is gevestigd in een sprookjesachtig  kasteel. Het werd gebouwd voor privé doeleinden in een eclectische stijl ( neo-middeleeuws ) Het met beeldhouwwerken , kantelen , torentjes en meerdere blazoenen versierde kasteel  werd door de stad in 1923 aangekocht met de hulp van de stad Chartres die “oorlogsmeter “ was van Corbie. Het voorplein met een in het oog springend oorlogsmonument in witte steen heet dan ook “ Espace Chartres “.

 

Het pronkstuk van Corbie is de abdijkerk. In de zesde eeuw was er al een eerste constructie en het huidige gedeelte is in feite de derde kerk in de rij. De abdij kende haar hoogtepunt met de benedictijner orde  voor de Franse revolutie.  Het waren monniken die zich toelegden op het schrijven van boeken. Ze introduceerden  zelfs een gemakkelijk te gebruiken nieuwe schrijfwijze; het“Caroline minuscule script” genaamd dat dienst deed tot de 14eeeuw toen het werd vervangen door het gotische lettertype. De kerk zag vernietiging , plundering , reconstructie en renovatie. De omvang van kerk en tuin zie je duidelijk op de maquette bij het binnenkomen. In 1810 vond er letterlijk  een bouwkundige amputatie plaats. Bijna het hele dwarsschip en koor is verdwenen. Van de 117 meter bleef er maar 36 meter over. Binnenin kunnen we  toch nog een mooie geschiedkundige collectie bewonderen.  Saint Colette heeft er haar standbeeld en er zijn verschillende doorzichtige boxen  met beenderrelikwieën van heiligen.  Ook is er een herdenkingsplaat van de hand van de beroemde Sir E. Lutyens voor Major Congreve, een Victoria Cross houder , begraven op de extensie van het gemeentelijk kerkhof. De plaat hing oorspronkelijk in de St. Etienne kerk. Op dit ogenblik is de kerk alleen toegankelijk met een gids via het Office de Tourisme. Er zijn plannen om ze op bepaalde dagen voor het publiek te openen.  Je kan met de gids ook de zuidtoren van de abdijkerk beklimmen. Hiervoor moet je 217 trappen trotseren die   circulair naar boven gaan  te midden een duivenpopulatie. 0nderweg kan je de speciale klokken uit 1925 bekijken en boven heb je een prachtig zicht op het golvende

landschap , de kathedraal van Amiens en verschillende monumenten uit de eerste wereldoorlog.

Corbie is een aangenaam provinciestadje met op vrijdag een welgevulde markt. Er is een klein hotelletje dichtbij het Somme kanaal ( La Caroline ) en in het centrum is er restaurant “ La Table d’ Agathe” dat jaren geleden ( 1996) reeds vernoemd werd in de “ battlefield “ gidsen van Major Holt over de Somme. De frontlinie in de buurt zullen we een volgende keer onder handen nemen. Leuk is ook nog de wandeling rond het Belvedère van Saint Colette,  met prachtige uitzichten op de vijvers van de Somme. Het is gelegen juist buiten de stad even voorbij een reuzegroot standbeeld van ? Saint Colette.

Corbie was ook de geboorteplaats van een zekere Eugéne Lefebvre . Hij had de pech dat hij de eerste piloot was die omkwam tijdens het besturen van een gemotoriseerd vliegtuig in 1909.

Alle info : www.valdesomme-tourisme.com

tekst en Foto’s: A. Charrin