De stad Antwerpen wil in de toekomst zoveel mogelijk gebouwen op haar grondgebied verwarmen op een duurzame manier. Samen met Fluvius onderzocht ze verschillende pistes zoals warmtenetten, warmtepompen en hernieuwbaar gas, met een nieuwe warmtezoneringskaart als leidraad. Op basis daarvan legt het college nu een plan van aanpak voor warmtenetten voor aan de gemeenteraad
 
Antwerpen engageert zich om in 2050 klimaatneutraal te zijn en dus de uitstoot van fossiele brandstoffen drastisch te verminderen. In het onderzoek daarvoor formuleert de stad nu verschillende duurzame alternatieven om de gebouwen op haar grondgebied fossielvrij te verwarmen. Er werd een warmtezoneringskaart opgemaakt die uitwijst waar welke technologie het beste werkt: warmtepompen, alternatieve bronnen of hernieuwbaar gas. Deze kaart wordt de leidraad voor het nieuwe warmtebeleid van Antwerpen.
 
“De warmtezoneringskaart is de blueprint voor ons toekomstig warmtebeleid”, zegt schepen voor leefmilieu Tom Meeuws. “Dankzij dit instrument kunnen we microscopisch inzoomen op verschillende stadswijken en duurzame warmtealternatieven op maat voorzien. Het is een erg dynamisch instrument waar we flexibel mee kunnen omspringen. Op termijn creëren we fossiel- en CO2-vrije verwarming voor volledige stadsdelen. We kunnen letterlijk spreken van de Grote Warmteverbinding”
 
Negen pilootzones voor warmtenetten
Op basis van de warmtezoneringskaart werd nu al een plan van aanpak opgesteld, specifiek voor de warmtenetten in Antwerpen. Het college legt dit plan ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
 
Het plan definieert negen pilootzones met een hoog potentieel voor warmtenetten. Het gaat om Linkeroever, het Eilandje, de omgeving van Nieuw Zuid, Kiel, Fruithoflaan, Stuivenberg, de omgeving Luchtbal/Rozemaai, de omgeving van de Kaaien, en de Ringzones Oost en Zuidoost. Om de pilootzones te bepalen, werden verschillende criteria naast elkaar gelegd:
·         locaties waar het technisch haalbaar en economisch gunstig is om een warmtenet aan te leggen, en waar een ander concept moeilijker haalbaar is;
·         zones met voldoende grote verbruikers die op korte termijn kunnen worden aangesloten, zoals overheidsgebouwen, sociale woningen en bedrijven;
·         zones met een potentiële warmtebron of grote warmteleiding in de buurt;
·         zones waar grote infrastructuurwerken en/of renovatiewerken gepland staan om de aanleg van een warmtenet te kunnen vergemakkelijken.
 
Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: “Bij nieuwe wijkontwikkelingen zoals Nieuw Zuid en de Slachthuissite bijvoorbeeld, is vandaag al een aansluitverplichting opgenomen in het RUP. Als stad willen we immers inspelen op de duurzame oplossingen van de toekomst. Zodra er effectief een warmtenet ligt, kan dus via vergunningen de aankoppeling aan het warmtenet verzekerd worden.”
 
Na goedkeuring door de gemeenteraad gaat de stad gaat samen met Fluvius, het Havenbedrijf Antwerpen, Fineg, de provincie Antwerpen en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij de warmtenetten verder concretiseren en uitrollen. De kaart staat ook online.
 
Verbinding met de haven
Door financieel bij te dragen in de kosten, zet Antwerpen ook het licht op groen voor de aanleg van een leidingenkoker onder de Royerssluis. Zo kunnen opportuniteiten bekeken worden om restwarmte van de petrochemiebedrijven langs de Scheldelaan richting stad te transporteren. “De restwarmte vanuit de haven kan een belangrijke schakel vormen in dit verhaal”, benadrukt Tom Meeuws. “Restwarmte is een slim inzetbare bron waarbij energie gerecupereerd wordt die anders verdwijnt in de omgeving. We zouden op die manier een grote warmteverbinding realiseren tussen haven en stad.”
 
Wat is een warmtenet?
Een warmtenet is een systeem waarbij volledige wijken van verwarming worden voorzien dankzij restwarmte of groene warmte. Restwarmte uit industriële schouwen die vandaag in de atmosfeer verloren gaat, kan bijvoorbeeld opgevangen en vervoerd worden in een ondergronds buizennetwerk. Op die manier kunnen verschillende wijken in Antwerpen verwarmd worden met een grote centrale verwarming zonder CO2-uitstoot.