De mens draagt als sinds de oertijd sieraden en juwelen. Het gaat om het elk object – kleding uitgezonderd – dat op het lichaam wordt gedragen met de bedoeling het mooier te maken en de aandacht te trekken op de drager zodat hij zich van de andere kan onderscheiden en opvalt. Eerst waren sieraden voornamelijk nog functioneel, later kregen ze ook een esthetische functie.

Een sieraad zegt wie je bent
 In primitieve culturen was het de gewoonte om een amulet, kralen of een medaille te dragen. Afrikaanse stammen drukten en drukken er ook hun eigen identiteit mee uit. Kralen kunnen zowel gedragen worden rond de hals, de pols, de vingers, enkels, heupen,… Elk van deze plaatsen op het lichaam en het gebruikte materiaal, kleur en afwerking vertellen een eigen verhaal.

Cro-magnons
De eerste vondsten van Afrikaanse juwelen dateren al van ruim 75.000 jaar geleden in het huidige Kenia. Het zouden trouwens de Cro-magnons zijn, onze oorspronkelijke voorouders uit Afrika, die naar het Midden-Oosten uitweken en in Egypte de neanderthalers als overheersend ras verdreven. De Cro-Magnons introduceerden er het ambacht van het maken van armbanden en halskettingen met tanden en beenderen.

Sieraden van belang voor het voortbestaan van de mensheid
Vrouwen wilden decoratieve elementen om de meest begeerlijke (vaak de sterkste) van de mannen van de stam voor zich te winnen, en de mannen wilden vooral een goede moeder om het voortbestaan van de soort te verzekeren. Sieraden speelden dus een grote rol bij het voortbestaan van de mensheid.
Door de eeuwen heen werden antieke sieraden steeds verfijnder door gebruik te maken van pas ontdekte edele metalen en nieuwe technieken. Ook in de eerste primitieve beschavingen stond het beroep van edelsmid en sieradenmaker al in hoog aanzien.

Functioneel
Vroeger hadden juwelen vaak een functie, al was het maar om kleren samen te houden. Sieraden werden gemaakt van materialen zoals beenderen, tanden, schelpen, hout en steen. In de Oertijd had een juweel naast een duidelijke functie ook bedoeling om de status van bepaalde vooraanstaande figuren te tonen en mee uit te pakken. Meestal werden ze met die siervoorwerpen ook begraven.

De sieraden en juwelen van de farao’s
De eerste sporen van geavanceerde juwelen zijn terug te vinden in het oude Egypte van zowat 5.000 jaar geleden. De Egyptenaren verkozen de luxe, zeldzaamheid en gemakkelijke bewerking van goud boven andere metalen om juwelen mee te maken. Gouden ornamenten groeiden er algauw uit tot de manier om kracht en religiositeit mee te symboliseren. De machtdragers pronkten met hun gouden juwelen tijdens leven en dood, want de sieraden gingen mee in de graftombes.

Gekleurd glas
Samen met goud gebruikten de Egyptische siersmeden ook gekleurd glas en tal van edelstenen. Toch verkozen ze vooral glas als nevenmateriaal bij het vervaardigen van juwelen omdat glas gemakkelijk bewerkbaar en kleurbaar was.

Het belang van kleuren
Kleuren hadden er een groot belang, en elke kleur had een andere betekenis. Zo zei het Boek van de Dood specifiek dat een ketting van Isis rond de nek van een mummie rood moest zijn om de drang van Isis naar bloed te bevredigen, terwijl groene juwelen stonden voor vruchtbaarheid en een goede oogst.
In het oude Egypte werden heel wat materialen om juwelen van te maken gevonden aan de grenzen en in de Rode Zee. Daar bevond zich een mijn waarin ze emerald, het lievelingsgesteente van Cleopatra, opdelfden. De Egyptische juweliers waren traditioneel aan de slag in grote werkhuizen letterlijk vastgehecht aan tempels en paleizen.
Auteur: Stefaan Van Laere

Foto’s: www.seniorennet.be