Het is al meer dan 450 jaar geleden toen Pieter Bruegel de Oude de vlaai vereeuwigde in zijn meesterwerk ‘Nederlandse spreekwoorden’. Na al die tijd wordt ook vandaag nog de vlaai als erkend streekproduct bijzonder gesmaakt. Wat is het succesrecept? In het kader van het Bruegeljaar en onder het motto ‘Aan tafel met Bruegel: De vlaai van toen, de smaak van nu’, gaan we op zoek naar de oorsprong van deze lekkernij.

Wat is het recept van de Bruegelse vlaai?
2019 is het Bruegeljaar. Pieter Bruegel de Oude wordt dit jaar exact 450 jaar na zijn dood zowel in Vlaanderen als het buitenland gepast herdacht, want zelfs vandaag kleurt ‘Boeren-Bruegel’ nog steeds ons erfgoed, toerisme, onze cultuur én onze streekproducten. Eén van die producten is de vlaai, die ook in de 21ste eeuw nog vlotjes over de tongen gaat.
In Oost-Vlaanderen is de vlaai een populair kermisdessert en wie Aalst of Lier zegt, denkt meteen aan het Liers vlaaike of ‘Oaljsjtersen vloai’. In Aalst gaan de vlaaien bij bakkers en horeca-zaken als traditioneel streekproduct nog steeds als zoete broodjes over de toonbank. De stad telt vier erkende producenten die het label van Streekproduct.be dragen en in Lier genieten de zes producenten van de Orde van het Liers Vlaaike een Europese erkenning.
Maar zelfs in de 16e eeuw was de vlaai al een smakelijke voltreffer. Dat leren we uit de wereldbekende meesterwerken zoals ‘Nederlandse spreekwoorden’ en ‘Luilekkerland’, waarin de schilder de vlaai vereeuwigde. Er bestaat dus geen twijfel dat de vlaai al eeuwenlang gebakken zit in onze lokale eetcultuur.
 
De vlaai van toen, de smaak van nu
Maar wat maakt de vlaai nu zo lekker dat ze de zoete tand des tijds doorstaan heeft? Hierrond bestaan meerdere theorieën en verschillende regio’s eigenen zich het verhaal toe. Om duidelijkheid te scheppen organiseren we een rondetafelgesprek met zes doorwinterde vlaaikenners. Onder het motto ‘Aan tafel met Bruegel: De vlaai van toen, de smaak van nu’ graven zij 450 jaar na zijn dood terug in de tijd, op zoek naar het recept van de vlaai van Bruegel. 
De panelleden zijn Greet Draye van het Centrum Agrarische Geschiedenis, Ina Ruckebusch, wetenschappelijk medewerker van het Bakkerijmuseum Veurne, Tom De Ridder van de erfgoedcel Denderland, kunsthistoricus Marc Mees, André Delcart, kenner culinair erfgoed en streekproducten en onze eigen Jo Van Caenegem, Projectverantwoordelijke Steunpunt Streekproducten.

16de en 17de eeuwse kookboeken
Maar hoe beginnen ze aan hun zoektocht? We krijgen vandaag namelijk niet de vlaai op ons bord zoals Bruegel ze al die jaren geleden afbeeldde. Ze wordt vandaag weliswaar nog erg gesmaakt en veel gebakken, maar de ingrediënten en het kookproces van toen zijn door de jaren heen sterk veranderd.
Ieder panellid zal het vraagstuk bestuderen vanuit zijn eigen ervaring en expertise. Door al onze kennis samen te leggen, hopen we het succesrecept uit te klaren. Daarom duiken onze vlaaikenners in wat geschreven staat. Ze bestuderen 16de en 17de eeuwse kookboeken en ook stukken uit het archief van Bakkerijmuseum Walter Plaetinck Zuidgasthuishoeve worden zorgvuldig nagelezen op zoek naar culinaire aanwijzingen. Vervolgens toetsen ze die aan de vlaaien zoals Bruegel ze afbeeldde en hoe ze tot op de dag van vandaag geproduceerd worden. De oude vlaairecepten zullen ons daarbij een beeld kunnen geven over de smaak van toen. 
>>> Benieuwd naar de resultaten van ons onderzoek? Op dinsdag 14 mei maken we ze officieel bekend. In tussentijd brengen we op onze Facebook- en Instagrampagina erkende vlaaiproducenten en fervente vlaaibakkers in beeld. Volg ons dus op de voet om meer te weten te komen over dit geliefkoosd streekproduct!

Foto’s: www.streekproduct.be