In Normandië is men zeer trots op zijn cider. Het is niet alleen de rode loper voor de aanmaak van calvados, maar ook een aangename drank die op ambachtelijke wijze geproduceerd wordt. Ruwweg kent Normandië drie ciderregio’s: Cotentin, Domfront (dat zich meestal beperkt tot de “poiré”, een perencider) en het Pays d’Auge. Dit laatste gebied strekt zich ongeveer uit van de kuststreek rond Deauville tot de streek rond Camembert. Het ligt bijna volledig in het departement van de Calvados met een klein stukje in het Ornegebied.

 

In de geschiedenis kan je teruggaan tot de 11de eeuw om sporen te vinden van cider en aan het hof van Lodewijk XVI was het een favoriete drank. Sinds 1996 heeft de cider uit de Pays d’Augestreek een AOC (appellation d’origine controlée). In Normandië vind je ongeveer 100 soorten appelen die geschikt zijn voor de ciderverwerking. Voor de AOC komen er maar een 50-tal in aanmerking.Al deze appelen, met soms een zeer mooie naam, bevatten zoveel suiker en zuur dat ze niet geschikt zijn om zo te eten. Ze worden geclassificeerd in vier categorieën: acide, douce, douce amère en amère, een nuance van zuur, bitter en zacht. De domeineigenaar beslist in het najaar met welke combinatieappelen hij zijn cider kan bereiden en dan gaat alles zijn gang. De oogst wordt binnengehaald volgens verschillende methoden. Men kan met een soort mechanisch vibratiesysteem schudden met de boom en daarna met een blaas- en veegtoestel de appelen recupereren. Ook wordt soms het paraplusysteem gebruikt. Dit hangt dan aan het schudtoestel en vangt de appels op. Men kan ook gewoon met de hand plukken. Meestal begint men eind september. Binnen de 24 uur begint men met de traditionele methode, na de triage worden de appels gewassen en tot pulp gemaakt. Nadien volgt de persing en kan het gistingsproces beginnen. Wil men gewoon appelsap dan wordt er gepasteuriseerd om de fermentatie te stoppen. In februari heeft men de eerste cider en kan die gebotteld worden. De flessen krijgen een soort kurken champagnekroon met ijzeren bevestiging. In de fles gebeurt nog een kleine nagisting die resulteert in een sterk mousserende appelwijn. Zo creëert men cider doux, brut en demi–sec. De cider voor de calvadosdistillatie blijft gewoon in de houten vaten. Ruwweg bekomt men van 16 kg appels 10 liter cider. Tien liter cider is dan weer goed voor 1 liter calvados. In de ciderketen komt men ook nog de “Pommeau” tegen, het traditionele Normandische aperitief, dat sinds 1991 ook een AOC heeft. Het is een mix van twee derde cider en een derde calvados, nadien gerijpt in eiken vaten. Elk ciderdomein heeft hiervoor zijn eigen geheim.

Je kan een ciderroute volgen van ongeveer 40 km rond het plaatsje Cambremer. Deze route doet alleen het hart van de Pays d’Auge aan. Bijna alle ciderboeren maken ook calvados en pommeau, dus een dubbele reden voor een bezoekje. Samen met een fotograaf trok ik er echter op uit om drie verschillende domeinen op te zoeken om zowel het noorden, midden als zuiden van de ciderstreek te begrijpen. Elk domein heeft wel iets aparts te bieden.

Niet ver van de kust in het dorpje met de leuke naam Pennedepie is er Manoir d’Apreval. Op dit domein kan je georganiseerde rondleidingen volgen. Agathe, de eigenares, maakt haar producten sinds 20 jaar en heeft zelf een 17-tal appelvariëteiten. De aanplantingen zijn ook speciaal in Normandië. Vaak zie je weelderige boomgaarden met daartussen grazende koeien. De fruitbomen staan ongeveer tien meter van elkaar. Men noemt dit “hautes tiges”. Staan de bomen maar op een drietal meter van elkaar, dan spreekt men van “basses tiges”. Sommige domeinen gebruiken beide systemen, een “basses tiges” kan bijvoorbeeld een minder oogstjaar opvangen. Een “speciaaltje” op dit domein is de “cidre cascade”. Deze cider heeft een hopbijvoegsel dat je goed terugvindt in de smaak.

Alle info: www.apreval.com

Het volgende domein vinden we midden in het Pays d’Auge, niet ver van Cambremer. Het Manoir de Grandouet is alleen al het bezoek waard voor de idyllische omgeving. De oude gebouwen in hun typisch Normandische bouwstijl doen nog allemaal dienst. In een ervan vind je een groot deel van de oude 16de-eeuwse pers. Een maquette laat je de werking van de oude pers zien. Je kan op dit domein ook een korte introductiefilm over het produceren van cider bekijken. Proef hier zeker de “Cidre Réserve”.

Info: www.manoir-de-grandouet.fr

Het Domaine de la Galotière in het zuidelijkste gedeelte van het Pays d’Auge vereist wel wat zoekwerk. Eens je er bent, zie je een grote, typische hoeve die zijn oorsprong zag in de 17de eeuw. Hier produceert Jean-Luc Olivier sinds 1991 cider en gelijkaardige producten. Hij nam het bedrijf over van zijn vader. Dit domein maakt ook de perencider (poiré). De ‘La Galotière Cuvée Prestige’ is een drank die je zeker kan nuttigen bij eend. Een buitenbeentje op zijn domein is de “Cidre de Glace”. Deze drank is oorspronkelijk ontstaan in Quebec en wordt ook “Cidre de Quebec” genoemd. De gisting wordt gestimuleerd door natuurlijke koude. In Canada doet men dit op twee manieren: ofwel wordt het sap opgeslagen in containers en buiten aan de extreme koude blootgesteld gedurende zes weken, ofwel past men een methode toe die wel duurder en delicater is. Men laat het fruit aan de bomen hangen en laat het daar bevriezen en past dan de fermentatie toe. De flessen zijn smal en rank van vorm en opgepast: deze cider heeft een alcoholpercentage van 17% (normaal tussen 4 en 5%).

Alle info: www.lagalotiere.fr

Past de Normandische cider bij het eten? Zeker! Een jonge cider van enkele maanden kan je drinken bij desserts en gerechten met salades. Een wat oudere cider neem je gerust bij vlees of bij kaas. Maak een fles zeker binnen het jaar leeg. Een aanrader is een pommeau met paaseitjes, maar hiervoor is het nog even wachten.

 

Tekst: A. Charrin – Foto’s: P. Minnebo

De eerste 101 England ánders-teksten, verschenen in ‘t Periodiekske (2008-2013), kan je nu ook lezen op de website www.allkindsofeverything.be en wel in de rubriek ‘Nostalgic Britain’.