De inspraakronde over de uitbreiding van de containerbehandelingscapaciteit in Antwerpen liep gisteren deels af. Adviserende instanties zoals gemeentes en de Vlaamse Havencommissie hebben nog een paar dagen tijd om opmerkingen over de ‘alternatievenonderzoeksnota’ te formuleren.
Tot dusver liep een vijftigtal reacties binnen, zegt Freddy Aerts, hoofd van de Afdeling Maritieme Toegang van het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van het Vlaams Gewest. Hij is voorzitter van de taskforce die zich buigt over dit dossier, waarin Vlaanderen de procedure van ‘complex project’ hanteert om de zaken te bespoedigen. “Inhoudelijk hebben we die reacties nog niet bekeken, maar wij zullen elk voorstel of opmerking op gelijke voet behandelen”, verzekert Aerts. “Het is bovendien de bedoeling om over die voorstellen in de komende weken te communiceren.”
Zeebrugge
Op het lijstje indieners staat ook de haven van Zeebrugge, bevestigt Joachim Coens. De CEO van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven (MBZ) en zijn voorzitter Renaat Landuyt hadden bij de voorstelling van de jaarcijfers van de kusthaven al laten uitschijnen dat zij mogelijk langs die weg zouden reageren. Zij zijn niet gelukkig met het feit dat Zeebrugge in het alternatievenonderzoek niet als mogelijk alternatief is weerhouden. “In onze reactie op de inspraakronde beklemtonen wij dat de uitbreiding van de capaciteit voor containerbehandeling in Antwerpen niet mag uitsluiten dat de in Zeebrugge beschikbare capaciteit gevaloriseerd en geactiveerd wordt”, licht de MBZ-topman de démarche van zijn haven toe.
Consensus
Het is een punt dat de Vlaamse Havencommissie (VHC) eveneens maakt in het advies dat ze zopas uitbracht over het hele project. Coens benadrukt dat die tekst “na heel wat dialoog” tot stand kwam en de “consensus” van Antwerpen en Zeebrugge meedraagt. De Havencommissie “onderschrijft” enerzijds dat “Zeebrugge geen oplossing is voor de noodzakelijke extra containerbehandelingscapaciteit in Antwerpen”. Maar ze stelt anderzijds dat ze zich evenzeer kan vinden in “de doelstelling van de valorisatie van de bestaande deepsea containerbehandelingscapaciteit in Zeebrugge”.
De VHC roept de twee havens op om “los van de onderzoeken in het kader van het complex project maar binnen het kader van hun Economisch Samenwerkingsverband, te onderzoeken op welke wijze ze hun afspraken zoals vastgelegd in het ESV concreet invulling kunnen geven”.
“Dit onderzoek dient te gebeuren in een context waarbij de beschikbare capaciteit in Zeebrugge aanvullend en ondersteunend kan worden ingezet tijdens en na het lopende proces voor de creatie van bijkomende containercapaciteit in Antwerpen”, voegt de commissie daar nog aan toe.
Alternatieven beter afbakenen
Het advies van de VHC bevat daarnaast nog een aantal andere opmerkingen. De Vlaamse Havencommissie zegt onder meer dat ze zich in deze fase van het proces nog niet kan uitspreken voor de ene of andere variant of combinatie van bouwstenen in het alternatievenonderzoek. Ze vraagt wel om “de tegen elkaar af te wegen alternatieven zorgvuldig te definiëren, ook als het gaat om alternatieven die zijn samengesteld uit verschillende bouwstenen”. Die staan nu los in de onderzoeksnota opgelijst zonder dat duidelijk is hoe ze kunnen worden samengevoegd tot “volwaardige alternatieven” (zoals het Saeftinghedok op zich er een is). Dat kan leiden tot een samenvoeging die “mogelijk arbitrair is”.
Groen
Een aantal van die bouwstenen samenvoegen is wat de gemeenteraadsleden van Groen uit Antwerpen, Lokeren, Beveren en Zwijndrecht blijkbaar gedaan hebben in hun reactie op de inspraakronde, valt uit een artikel in ‘De Standaard’ op te maken. Onder andere meer automatisering en efficiëntie op bestaande installaties, ingrepen aan de Europaterminal kunnen volgens Groen-gemeenteraadslid Wouter Van Besien een antwoord bieden op de vraag naar meer capaciteit en zo de aanleg van het Saeftinghedok overbodig maken. Ook meer samenwerking met buurhavens past in dat plaatje. De vraag naar extra containerbehandelingspotentieel teit gaat volgens Groen overigens nog steeds uit van overtrokken groeiprognoses. Vlaanderen zou dat geld met meer rendement qua jobcreatie en toegevoegde waarde kunnen investeren in nieuwe industrie, meent Van Besien.